Column: Twee vliegen
Afgelopen voorjaar was ik op het symposium ‘Als een vlieg in een spinnenweb’ ter gelegenheid van de boekpresentatie van het gelijknamige boek van Mark Smit. Inmiddels heb ik het boek gelezen en het heeft me de laatste tijd veel bezig gehouden. Wat me vooral raakt, is de constatering dat we geneigd zijn om mensen met dementie vooral te beoordelen op hun ziekte. Hierbij gaan we er zo makkelijk aan voorbij dat mensen met dementie in de eerste plaats nog steeds mensen zijn, mensen met emoties zoals iedereen.
Iemand met dementie kan nog steeds verdrietig, blij of gefrustreerd zijn. ‘Onbegrepen gedrag’ blijkt soms best te begrijpen als we de context van de persoon meenemen. Wanneer je je realiseert dat iemand in de rouw is, of boos vanwege een verhuizing, of gefrustreerd omdat hij niet meer kan wat hij voorheen wel kon, is veel gedrag wel te begrijpen. Hij of zij kan alleen de woorden niet meer vinden om zich te uiten. Maar hoe eenzaam moet het zijn als niemand je meer serieus neemt omdat je de diagnose dementie hebt gekregen?
Toen ik hier verder over nadacht, realiseerde ik me hoe krom we soms bezig zijn. Mensen met dementie worden opgenomen in het verpleeghuis wanneer ‘het thuis niet meer gaat’. Ze hebben niet meer de regie over hun eigen leven, de mantelzorg is overbelast en dus wordt, met pijn in het hart, besloten dat iemand beter af is in het verpleeghuis.
En wat doen we vervolgens als iemand eenmaal is opgenomen in het verpleeghuis? De nieuwe bewoner krijgt een mooie eenpersoons studio met individueel sanitair en een gezamenlijke huiskamer met 7 andere bewoners. We omgeven de nieuwe bewoner met goede lichamelijke zorg en minimaliseren de risico’s op ongelukken door een code op de deur en 24 uurs toezicht in de huiskamer. Af en toe komt de arts langs en we organiseren regelmatig activiteiten en dat is het.
Maar wat was ook alweer het probleem? Waarom ging het thuis niet meer? Het probleem was dat de persoon in kwestie niet meer de regie over zijn eigen leven had. Natuurlijk hoort daar ook lichamelijke verzorging bij. Maar als het alleen om lichamelijke verzorging ging, hadden we het ook wel thuis kunnen organiseren. De kern van het probleem is dat iemand de weg is kwijt geraakt in zijn eigen leven en in zijn eigen hoofd. Maar aan dat probleem gaan we in het verpleeghuis veel te makkelijk voorbij.
De kern van het probleem is dat iemand de weg is kwijt geraakt in zijn eigen leven en in zijn eigen hoofd. Maar aan dat probleem gaan we in het verpleeghuis veel te makkelijk voorbij.
We hebben het al jaren over welbevinden, welzijn, positieve gezondheid, levensgeluk of welke term we er ook maar aan geven. Maar echt levensgeluk begint toch met mens te mogen zijn in alle facetten die daarbij horen? Als we het radicaal anders willen doen in de verpleeghuizen moeten we dan niet opnieuw gaan nadenken over wat goede zorg nou eigenlijk echt is? En zullen we dan het medische model eindelijk overboord gooien?
Van daaruit kunnen we dan gaan nadenken welke medewerkers we in het verpleeghuis nodig hebben. Natuurlijk zijn er gediplomeerde verzorgenden nodig. Maar a. daar hebben we er in ons land lang niet genoeg van en b. misschien kunnen we het ook wel met minder. Als we heel eerlijk kijken naar wat een verzorgende doet, kunnen we dan niet een heel groot deel van hun werk overlaten aan mensen zonder diploma verzorgende maar wel met het hart op de goede plaats? Mensen die ècht oog hebben voor de mens achter de dementie en die ook de tijd krijgen om daar aandacht aan te geven. Misschien slaan we op die manier wel twee vliegen in één klap: de mens met dementie wordt weer in de eerste plaats mens èn werken in het verpleeghuis wordt weer leuk.
Nu alleen nog zorgen dat die twee vliegen niet voortijdig in een spinnenweb terecht komen.
Hanneke van Beusichem
Directeur De Impuls voor De Zorg
Verder praten?
Bent u geïnteresseerd in onze visie op kwaliteit van leven in de zorg? Laat dan hier uw contactgegevens achter, en wij nemen snel contact met u op om onze aanpak en mogelijkheden samen te bespreken